14 april 2025
Die onvergetelijke leraar die zorgt dat je je welkom voelt in Nederland – lesgeven op een AZC-school
Karlijn Luijpen en Kristel Borghs, komen energiek en enthousiast over als we ze vragen hun verhaal te vertellen. Beiden schoolleider van een Klassewerkplek, hebben ze nog meer gemeen: ze geven leiding aan een AZC-school. Of gaven, want bij Karlijn is begin dit jaar de school na 2,5 jaar weer gesloten.
Hun voorkomen staat in schril contrast met de verhalen die ze vertellen. Over kinderen die in 1 jaar tijd 5 keer van school zijn veranderd, kinderen die vragen of de juf hun moeder wil zijn omdat ze zonder hun moeder zijn gevlucht, kinderen die van de één op de andere dag verdwijnen omdat ze zijn uitgezet, of gevlucht om uitzetting te voorkomen of naar een andere basisschool gaan. Is het moeilijk om werkgeluk te vinden als je elke dag met dit soort situaties wordt geconfronteerd?
Tranen als de vakantie aanbreekt
Werken als leerkracht op een AZC-school is mede zwaar omdat je niet weet wanneer je weer afscheid moet nemen van een leerling. Soms krijg je niet eens de kans om afscheid te nemen en is het kind de volgende dag ineens weg, omdat COA niet altijd informatie mag delen. Natuurlijk raakt dat de leerkrachten. Daarom nemen ze zowel op de Prinsenbos basisschool in Gilze als op de Mariaschool in Vinkel, elke dag na schooltijd een pauzemoment om samen de dag door te nemen. En dat zijn niet alleen treurige verhalen.
“De andere kant van het verhaal is, dat werken op een AZC school heel dankbaar werk is.”, vertelt Kristel. “Je kan zoveel voor een kind betekenen. Je bent als leerkracht het eerste contact met Nederland. De school is een veilige plek na een rusteloze en angstige tijd. We hebben oud-leerlingen die hier op een open dag binnenlopen en ons vertellen dat onze school hun eerste contact was met Nederland. Nu hebben ze zelf een gezin en zijn ze helemaal geworteld in de Nederlandse samenleving.
Voor Nederlandse kinderen is het onbegrijpelijk, maar het is vaak huilen hier als de vakantie aanbreekt. Deze kinderen willen naar school! Niet alleen voor de afleiding en de veiligheid en rust, maar vooral voor het perspectief. Onderwijs vergroot de kans op een baan in de toekomst waarmee je je brood kan verdienen en een dak boven je hoofd.”
Hoelang de school bestaat, weet je niet van tevoren
Dat je het juist op deze scholen als team vooral samen moet doen, beaamt ook Karlijn. Samen met het team heeft zij de basisschool voor de tijdelijke opvanglocatie van het COA in Nuland opgezet binnen de Mariaschool in Vinkel. Na 2,5 jaar is deze weer gesloten, omdat de kinderen nu naar een vaste locatie zijn in Den Bosch. Hoewel ze vooraf wisten dat het tijdelijk was, hebben ze zich met hart en ziel ingezet voor kwalitatief goed onderwijs. Want daarover mag geen misverstand bestaan. Deze scholen moeten gewoon voldoen aan de eisen van de onderwijsinspectie.
Ook Kristel heeft ooit een tijdelijke AZC-school opgezet, die uiteindelijk nog geen halfjaar bestond. Beiden zouden graag zien dat er beter gekeken wordt waar al scholen bestaan om de kinderen daar te plaatsen, zodat ze niet steeds overgeplaatst hoeven te worden. “Er wordt al zoveel heen en weer gefietst met die kinderen, maar op de een of andere manier lukt ons dat niet in Nederland.´ verzucht Kristel.
Accepteer wat je niet kunt veranderen
Op de vraag hoe je omgaat met deze situaties en toch voldoening haalt uit je werk, verwoordt Kristel het voor beiden als ze zegt dat het gaat om het begrenzen van hun werk: “Heel belangrijk is dat je bewust bent waar je invloed op kunt uitoefenen en waarop niet. Wij kunnen kinderen een veilige omgeving bieden en in de tijd dat het hier is een zo goed mogelijke basis met kwalitatief goed onderwijs, maar we hebben geen invloed op de asielprocedure.”
"Doe waar je invloed op hebt en maak daar het verschil."
Die basis bevat onder andere leren hoe ze een goed burger worden. Karlijn geeft het voorbeeld van leerlingen die in hun thuisland met elkaar vechten en hier bij elkaar in de klas belanden, waar ze elkaar met respect moeten behandelen. “We leren ze dat je het met elkaar oneens mag zijn, maar dat je andermans mening moet respecteren. Mijn motto is: behandel een ander zoals je zelf ook behandeld wilt worden.” Dat motto komt ook terug in haar stijl van leidinggeven en het motiveren om elkaar onderling aan te spreken. “Als je ziet dat je collega zich niet aan eerder gemaakte afspraken houdt, spreek die persoon er dan op aan. Want zou je dat zelf ook niet willen, voordat het echt een ding wordt? Ook als leidinggevende houd ik mezelf dat steeds voor: wat zou ik zelf fijn vinden?”
Streven naar verbetering, leidt automatisch tot werkgeluk
Dat motto lijkt te werken, want de scores op werkgeluk op beide scholen zijn hoog. Dat wil niet zeggen dat ze alleen maar gelukkige leerkrachten hebben. Dat is een utopie, want de leerkrachten worstelen net als iedereen met issues. Sommigen zijn mantelzorger of hebben kinderen die iets meer aandacht nodig hebben. Karlijn zegt: “Dan is het mijn taak om ze in de ogen te kijken en te vragen: wat heb je nodig? En het is de taak van de leerkracht om aan te geven wat hij/zij nodig heeft. Want iedereen is wel verantwoordelijk voor zijn eigen werkgeluk. We hebben bepaalde kaders, zoals schooltijd van 8.30 tot 14.00 uur, maar daarbuiten mag je zelf je tijd indelen zoals het het beste bij je past. Als jij blij wordt om om 15.00 uur je yogamatje uit te rollen en je lessen in de avond voor te bereiden, be my guest! Zolang je er maar bent op geplande overleggen, studiedagen en bij nood.”
Kristel vult aan: “Dat vind ik het mooie aan de Klassewerkplek monitor, dat we met het team steeds kijken waar we nog iets te doen hebben en waar we nog kunnen groeien. Ik hoef niet per se Klassewerkplek te worden, maar we willen wel steeds beter worden en dan komt die Klassewerkplek benoeming vanzelf.”
"Door onszelf steeds te verbeteren, volgt werkgeluk vanzelf."
Het nastreven van werkgeluk voor het team is niet wezenlijk anders voor een AZC-school of een gewone basisschool, is hun mening. Er moet een duidelijke visie zijn, kaders, onderling vertrouwen en heel belangrijk ‘practice what you preach’. Want als je zelf niet het goede voorbeeld geeft en handelt volgens de afspraken die je samen maakt, hoe kun je dat dan wel van je collega’s verwachten?
Dat is ook precies wat Kristel en Karlijn aan politici willen vragen. Het voelt namelijk heel tegenstrijdig dat we nu in het Nederlandse onderwijs zoveel nadruk leggen op goed burgerschap en respect, terwijl we dat niet terugzien in de politiek. “Behandel een ander zoals jezelf behandeld wilt worden. Altijd en overal. Op het voetbalveld, langs de lijn, richting je collega’s en in je werk. Daar gaat het om!”, herhaalt Karlijn nog maar eens haar motto.
Om deze inhoud te bekijken, vragen we je akkoord te geven voor optionele cookies. Door op de knop hieronder te klikken, sta je alle cookies toe en wordt de inhoud direct geladen. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.